wat vooraf ging

1989 - Berlijn

In 1989 viel de Berlijnse muur. Na 28 jaar konden mensen zich weer vrij van Oost- naar West-Berlijn en terug begeven. De Berlijners, die bijna drie decennia in compleet verschillende culturen hadden geleefd, kwamen er achter dat ze behoefte hadden aan initiatieven die tot doel hadden elkaar terug te leren kennen en begrijpen. Het vertellen van verhalen was een manier om dat te bewerkstelligen. Er ontstonden verschillende organisaties die regelmatig vertelavonden inrichtten. Op dergelijke avonden werden doorgaans 1 of 2 verhalen verteld, als avondvullend programma.


2008 - Utrecht

Schrijver-performer-cabaretier Bernhard Christiansen, die een tijdlang in Berlijn woonde, pikte het idee van de voorleesavonden op, paste het aan en introduceerde in 2008 zijn eigen versie ervan in Utrecht. Hij behield wel de Duitse benaming Vorlesebühne. In Utrecht is de Vorlesebühne een maandelijks evenement op een vaste locatie (houtzaagmolen De Ster). Bernhard Christiansen programmeert telkens vijf voorlezers en een muzikant, en legt hen een thema op waaraan ze zich min of meer dienen te houden. De thema’s zijn doorgaans cryptisch en ongerijmd. In het Utrechtse concept zit ook nog een “open podium” (iemand uit het publiek leest voor) en de rubriek “de dode hoek” (een fragment uit een tekst van een overleden auteur). Er worden op een avond soms wel veertig verhaaltjes verteld, die elk maximaal twee tot drie minuten duren. De verhalen zijn bij voorkeur (lichtjes) absurd, en dit geldt ook voor de muzikale omlijsting. De Utrechtse Vorlesebühne omschrijft zichzelf als “kort vreemd proza”. Er staan regelmatig Vlaamse gasten op de affiche.


2017 - Gent

Enkele Gentenaars die de Utrechtse Vorlesebühne kenden als deelnemer of als toeschouwer, sloegen de handen in elkaar en organiseerden in juni 2017 de eerste Gentse Voorleesbühne. Zij nemen het Utrechtse concept grotendeels over, maar leggen ook eigen accenten. In Gent gaan de bühnes door op steeds wisselende locaties, bij voorkeur in woonkamers. En in tegenstelling tot Utrecht, waar Bernhard Christiansen ervoor kiest zelf alle touwtjes in handen te houden, opteert de Gentse Voorleesbühne voor wisselende regisseurs. In Gent staan er vier voorlezers op de scène, aangevuld met een muzikant. De onzinnige thema’s, de absurde inslag, het “open podium” en “de dode hoek” werden behouden.